In 1936-1939 werd de westelijke Maasoever ingericht als verdedingslinie tegen een aanval uit Duitsland. De Maaslinie moest een opmars uit het oosten vertragen, zodat de sterke Peel-Raamstelling in gereedheid kon worden gebracht.
De spoorbruggen bij Oeffelt en Katwijk werden van springladingen voorzien en beschermd door grote rivierkazematten. Langs de Maas kwamen kleine kazematten. Deze bunkers zijn tegenwoordig rijksmonument.
De Brug Oeffelt-Gennep kwam door list en bedrog in vijandelijke handen. Een pantsertrein, met een troepentransporttrein, braken door richting Mill. De brug Katwijk-Mook werd tijdig opgeblazen.