Op 10 mei 1940 vond de Duitse inval in Nederland plaats. Langs de Maaslinie bij de spoorbrug Mook-Katwijk werd hevig gevochten en sneuvelden 25 Nederlandse militairen. Ook Katwijk zelf had veel oorlogsschade. Op het kerkhof bij de Katwijkse H. Martinuskerk liggen 3 gesneuvelde militairen begraven. Vanaf hun graf kijkt men op de spoorbrug waar de gevechten plaatsvonden. Bij de ingang van de pastorie herinnert een terracotta plaquette aan het brandende Katwijk van 10 mei 1940.
Tussen Cuijk en Katwijk staan langs de Maas 10 kazematten en bij de spoorbrug 1 grote rivierkazemat. Het zijn rijksmonumenten. Ze werden in de jaren voor W.O. II gebouwd om een eventuele aanval vanuit Nazi-Duitsland te vertragen.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 begon de Duitse aanval. De spoorbrug Katwijk-Mook was op tijd gesprongen. Tot 3 keer toe werden de Duitse aanvallen over de Maas met grote verliezen afgeslagen. In de namiddag van 10 mei moesten de soldaten van het II-26 RI (2de bataljon 26ste Regiment Infanterie) zich echter overgeven. 22 Nederlandse militairen lieten het leven. Hun namen staan vermeld op het nabijgelegen herdenkingsmonument.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 vond de Duitse inval plaats. De Maas vormde de eerste verdedigingsbarrière. De Maas met de Maaslinie, bestaande uit kazematten, moest de inval vertragen. Voordat de Duitse soldaten de Maas bereikten had men de spoorbrug reeds laten springen. Er ontwikkelden zich zware gevechten waarbij ook Katwijk veel te lijden had. De Nederlandse militairen moesten zich uiteindelijk overgeven. Op de zijkanten van het herdenkingsmonument staan de namen van 25 gesneuvelde Nederlandse militairen. Op het Katwijkse kerkhof bij de H. Martinuskerk zijn 3 van hen begraven.
