De Cuijkse kunstenaars Annette Berretty en John van Schipstal zijn in hun kunst met elkaar verweven. Beide kunstenaars stellen zich het bestaan voor als een reusachtig levend tapijt, geweven met talloze draden die zich in elke richting uitstrekken. Elk organisme is een draad in dat tapijt, en hun patronen zijn zo nauw met elkaar vervlochten dat het loshalen van een draad de balans zou verstoren. Net zoals schimmels in bossen onzichtbare netwerken vormen om voedingsstoffen tussen bomen te delen, bewegen we als mensen door onzichtbare verbanden met onze omgeving en met elkaar. Beiden werken met natuurlijke materialen; hij met hout van dode bomen, drijfhout etc, zij met vezels, raffia, papier en wol. Het resultaat zijn in Van Schipstal’s geval prachtige sculpturale werken en Berretty’s werk uit zich in kleurrijke wandkleden.